Fotograferen van vogels. Hoe doe ik dat?

Vogels fotograferen eenvoudig uitgelegd 

Nu de vogeltjes weer druk bezig zijn met hun nestjes en druk op zoek zijn naar voedsel voor hun jongen is er alle gelegenheid om ze te fotograferen. Het beste tijdstip om dit te doen is in de vroege ochtend, wanneer ze het actiefst zijn. Welke apparatuur en instellingen je het best kunt gebruiken voor het fotograferen van vogels, legt natuurfotograaf Patrick Gijsbers in deze blog uit. De foto’s zijn van Yolanda Wals.

Wat heb je nodig voor vogels fotograferen

Om vogels te fotograferen kan je het beste gebruik maken van een telelens met een minimaal brandpuntafstand van 300mm, maar liever nog meer. Telelenzen zijn vaak aan de zware kant, wat het fotograferen vanuit de hand lastig maakt. Het gebruik van een statief is met vogelfotografie vaak onpraktisch. Het maakt je minder mobiel. Op het moment dat je je statief en camera hebt opgesteld is de vogel al lang weer vertrokken. Wil je toch wat steun voor je telelens, dan is een monopod een beter alternatief.

Begin met observeren van het gedrag

Het eerst goed observeren van vogels biedt voordelen. Veel vogels hebben namelijk vaak een zelfde, favoriete plekje in bijvoorbeeld de tuin. In dit geval kan je wel een statief gebruiken, omdat je je dan kan focussen op dat ene favoriete plekje.

Gebruik een korte sluitertijd

Toch zal je het meest vanuit de hand vogels fotograferen. Daardoor zal je een kortere sluitertijd moeten gebruiken. Een makkelijk geheugensteuntje hierbij is dat je sluitertijd het liefst het dubbele moet zijn van het aantal mm waarin je fotografeert. Dus schiet je met 300mm dan wordt je sluitertijd minimaal 1/600^e van een seconde. Schiet je met een 600mm lens, dan word je sluitertijd minimaal 1/1200^ste van een seconde.

Omrekenen bij cropfactor

Gebruik je een camera met een cropfactor, dan moet je het aantal mm eerst vermenigvuldigen met de cropfactor. Dus een lens van 300mm op een camera met een cropfactor van 1.6x is 300 x 1.6 = 480mm (in vergelijking met een full frame sensor). Dus dan krijg je een sluitertijd van 2x 480= ongeveer 1/1000^ste van een seconde.

Welk diafragma

Qua scherptediepte hoef je, afhankelijk van de afstand waarop de vogel zit en hoe groot de vogel is nooit met een diafragma te fotograferen welke hoger is dan f/8. Meestal is lager al voldoende om de vogel in zijn geheel scherp te krijgen en de achtergrond onscherp.

Voorkom bewegingsonscherpte

Als je vogels vastlegt kan je vaak beter op een wat hogere ISO waarde fotograferen. Dit geeft je de mogelijkheid om met hogere sluitersnelheden te fotograferen. Iets wat nodig is wanneer je vanuit de hand fotografeert om bewegingsonscherpte te voorkomen. Controleer hierom ook altijd of je beeldstabilisator van je lens en/of camera aanstaat.

Zorg voor een spannende foto

Maak een foto zeker ook spannender door de vogel te proberen te fotograferen vanaf ooghoogte. Nu is dat wat lastiger als de vogel hoog boven in de boom zit. Maar als je de mogelijkheid hebt, doe dit dan zeker. En ja, dat betekent soms dat je op de grond moet gaan liggen.

Vergeet je burstmode niet

Zet de camera ook in de burstmode. Hierbij fotografeer je op hoge snelheid meerdere foto’s direct achter elkaar. Met vogels die vliegen of druk bezig zijn, is dit een voordeel. Je hebt er dan zeker foto’s tussen, waarbij de vogel de vleugels in de juiste positief heeft, zijn oog niet dicht heeft en ook niet van je wegkijkt.

Enkel scherpstelpunt

Tenslotte, gebruik ook altijd een enkel scherpstelpunt om te voorkomen dat de camera scherpstelt op de takken in plaats van de vogel zelf.

Veel plezier met vogelfotografie!